Iedere doordeweekse dag hetzelfde ritueel, opstaan, ontbijten, de kattenbak kuisen en dan naar buiten. Ik laat de kippen los lopen terwijl ik de krielen verzorg. Na de krielen doe ik een rondje in het grote hok, water, voertrog, de legnesten controleren, wat vers strooisel op de plank. Ik rommel wat in de tuin, jaag de kippen uit de moestuin en zodra de meeste kippen bij het hok gaan staan dreutelen is het tijd om de meute te voeren. Ik fluit en klap in de handjes en roep "maisjes" en dan zijn de meesten er wel, dan voeren en koppen/kippen tellen.
Klaar
Als alle kipjes er zijn is het mooi, soms moet ik er nog 1 zoeken, soms is 1 van de bejaarde kippen nog niet zo ver en moet ik haar aanmoedigen om naar huis te gaan. Daarna gaat de ren dicht en de ton met voer naar binnen. Rondje door de tuin, de deur van de kas open doen, misschien het plastic van de aardbeien en als kers op de taart doe ik het hek open. Uhm nee, dat doe ik dus niet meer. Overdag staat hier het hek altijd open, ik wil niet achter een hek wonen - het is dan ook een doodnormaal hek. Een houten hek met van die paaltjes, zo'n dertien in een dozijn hek. En ik doe dat iedere morgen open, dan kun je ongehinderd in- en uitfietsen, de schoonouders kunnen in- en uitfietsen, de postbode kan zo de tuin in rennen.
Virus
Sinds het virus rondwaart, een virus dat zich al helemaal niet laat stoppen door een hek, doe ik het hek niet meer open. De schoonouders komen niet meer spontaan langsfietsen, de buurman van de pony's blijft op afstand in de auto of op de fiets zitten en ik ga amper meer naar het dorp. De boodschappen sparen we zo veel mogelijk op en doen die dan op 1 dag. Als de postbode langskomt moet die zelf even het hek open en dicht doen. Ik wacht met smart op de dag, dat het hek weer open kan.