Ik jakker op een donderdag het halve land door om samen met mijn broer het huis van mijn moeder op te ruimen. Het besef begint langzaam te komen dat er opgeruimd moet worden. Ik heb een vreselijke hekel aan het werkwoord moeten. Ik hou meer van de uitspraak van Peter Sagan, die tijdens een interview zei "I don't must nothing in the life. Just die.". De waarheid in een notendop, maar toch niet helemaal correct. Iemand zal het huis van onze moeder ooit eens op moeten ruimen.
Frutsels
Deze dag hebben we geen plan, dus we geven aan waar we ons zelf het meest aan storen. Mijn broer opent met alle stofvangers, die voor de boeken staan - we mesten ze uit. Na de woonkamer herhalen we die actie in de slaapkamer. Ik geef aan vast te zitten met de handtassen, als we ze samen doorlopen blijkt het toch makkelijker dan ik gedacht had. En zo gaan we stapje voor stapje verder met een onderbreking voor een blokje om met frisse lucht, dat is geen luxe na een paar uur stofhappen. Het blokje om is ook nuttig, we verlaten het pand beladen met tassen - de tassen legen we bij de oud-papier container, de plastic container en de kledingcontainer en we komen dus lichter terug.
Dromen
Ik rij dezelfde avond na de files terug alhoewel ik her en der nog een staartje file mee pik. Het is surreƫel, want alleen de kat is thuis als ik thuiskom - hubby G heeft herhalingslessen EHBO. Ik ga op de bank zitten en probeer me te ontspannen, ik brei tot ik de sleutel in het slot hoor. 's Nachts is het 1 grote warboel in mijn hoofd, wat me later verbaast is dat ik wel slaap. De volgende ochtend weet ik nog wat ik gedroomd heb, ik zag allemaal spulletjes uit mijn moeders huis. Al die spullen moesten gerangschikt worden, ze moesten allemaal een plekje krijgen in de juiste hutkoffer in mijn eigen bovenkamer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten