Terwijl ik in de keuken de bakmarathon van morgen aan het voorbereiden ben wordt er gebeld. Wie belt er 's avonds aan de deur ? Wie ? Want familie, vrienden en buren vallen gewoon met de achterdeur in huis. Ik loop naar voren en doe het raam van de woonkamer open, pas als ik wat verder naar buiten leun zie ik haar. Een meisje zonder jas, leeftijd brugpieper, staat wat verkleumd voor de deur.
Panne
We hebben pech met de auto zegt ze terwijl ze heen en weer wiebelt, zou ik hier even naar het toilet mogen ? Ja dat mag, loop maar even naar de achterdeur. Na de hoognodige sanitaire stop wordt ik als mevrouw vriendelijk bedankt - ik voel me dan altijd oud. Ik informeer of verder alles in orde is, maar de wegenwacht is gebeld en zal tussen nu en een uur komen.
Pantomime
Als ik weer in de keuken sta komt hubby G langslopen, middels gebarentaal vertel ik hem wat me overkwam. Iets later gaat de achterdeur open en hij roept - hier heb je er nog eentje. Deze keer is het een kereltje, die het toilet wil bekijken. Als hij van het toilet komt vraag ik of hij nog meer broers of zussen heeft, er kunnen er nog wel 10 komen heb ik me ondertussen bedacht. Maar nee, hij heeft alleen nog een klein broertje en hij verwacht niet dat die ook naar het toilet moet.
Geel
Als ik iets later naar buiten kijk staat de wagen van de wegenwacht er en niet veel later zijn ze weer onderweg. Ik bedenk me dat het wederom de eenendertigste is, de laatste dag van de maand. Dat is de dag dat hier altijd gestrande mensen aan de deur staan. Blijkbaar hebben wij hier onze eigen kosmische bermuda driehoek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten