Als je net doet alsof je huis een tent is, moet je het wel goed doen. Als je er op uit gaat, mag je best even spieken op de buienradar of het al tijd is. Of dat je misschien toch beter even in de voortent kunt blijven zitten. We blijven tot na de koffie in de voortent zitten.
Ramptoerist
De dag dat de hei brandde op de Veluwe, was de dag dat we mijn moeder mee namen om te logeren. In de krant heb ik foto's gezien van hoe veerkrachtig de natuur is, maar ik wil het graag met eigen ogen zien. We besluiten naar de ingang Schaarsbergen te rijden en dan met de tandem een rondje door het nationaal park te maken. Volgens mij hebben we geen kaart nodig, je kunt makkelijk op de borden fietsen - Hoenderloo, het jachtslot, Otterlo, het museum en dan terug naar Schaarsbergen.
Onderweg zien we enorm dreigende wolken, maar die laten we achter ons. Als we in Schaarsbergen zijn drupt het nog een beetje, gewoon niet te hard fietsen. Onderweg breekt de zon door, rechts zware wolken, links blauwe lucht. Tussen Deelen en Hoenderloo zie je zwartgeblakerde velden met felgroene graspollen erin. Zwartgeblakerde bomen en bomen waar het vuur omheen gekropen is. We lijken helemaal alleen in het park te zijn, we zitten in een hoogzit en zien niemand, het zal wel aan het weer liggen.
Historie
Bij Sint-Hubertus is net een kudde scholieren geland, we laveren door de uitzinnige menigte heen. Als we aan een picknicktafel zitten om wat te eten landt er een vink op tafel, net zo brutaal als een mus in de grote stad. We gaan verder en zien . . . dreigende wolken en een standbeeld dat als een naald op de vlakte staat.
Het standbeeld in een cirkel van zand blijkt Christiaan Rudolf de Wet te zijn, van opzij moest ik eerst aan Lenin denken zo met zijn sik vooruit. Terwijl we door de cirkel van zand ploegen om het standbeeld van dichtbij te bekijken, grappen we dat we makkelijk kunnen zeggen dat we ook naar het strand geweest zijn.
Het weer
Alhoewel de radar zei dat het droog zou blijven boven de Veluwe, vertellen de donkere wolken ons iets heel anders. Hoogste tijd om verder te fietsen, we vinden een plek waar we kunnen zitten en schuilen onder onze picknickdeken. We lezen een boekje, we spieken af en toe op de radar en we groeten een kudde enorm beleefde scholieren, die langsfietsen. We zien paniekerige Japannertjes op witte fietsjes, die de regen proberen te ontvluchten. Ik word onrustig, kunnen we nog niet verder ? Ik wiebel, ik roep tegen de wolken dat ik een regenjas aan heb en ik begin het koud te krijgen. Oftewel we fietsen verder, we landen in een enorme hoosbui en we fietsen dus zo hard als we kunnen. Ik kijk naar beneden, het asfalt glimt van de regen en ik zie mezelf weerspiegeld. Ik moet enorm hard lachen, ik weet niet precies waarom. Het zal het absurde zijn, dat ik door mijn gezeur ervoor gezorgd heb dat we midden in een hoosbui landen, zoiets. Als we Schaarsbergen naderen hebben we het ergste gehad.
Tandem
Hubby G. is zeiknat, ik minder. Dat is dus een van de voordelen van achterop een tandem zitten, de stuurman houdt je grotendeels uit het weer. Daarnaast heb ik geen spijkerbroek maar een sneldrogende driekwarts trainingsbroek (campingtenue) en een regenjas aan. In de auto doe ik mijn natte sokken, regenjas en slippers uit, hubby G. bedient zich van de droge auto overall. En zo gaan we tentwaarts, waar het droog is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten