Als kind was ik dol op doperwten, uit blik, want ik ben ook maar een stadskind. Ik werkte ze op een vork balancerend altijd zo snel mogelijk naar binnen. Tot op die ene dag, heerlijk doperwten en niet lang daarna hangend boven de wc-pot, dag doperwten. Na die ene keer overgeven, die waarschijnlijk simpelweg aan het schrokken te wijten was, bliefte mevroi geen doperwten meer.
Glas
Naar mate ik ouder werd kreeg ik meer en meer een aversie tegen alles uit blik. Als ik bij mijn ouders kwam eten en mijn moeder vroeg wat ik eten wilde, was mijn standaard antwoord: het maakt me niet uit, als het maar vers is. Op dit moment, zijn er doperwten, lekker vers - wel even een karwei dat doppen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten