zondag 22 mei 2016

Niet ons jaar

Tot zo ver of tot nu toe, is dit niet ons jaar. Een natte winter, een nat voorjaar met twee hete weken, zes weken kwakkelen met een verkoudheid van de eerste categorie. Een moeder met een wegtrekker, die na hartmassage op de spoedeisende hulp landt. Daar vind ik haar snuffend en wel geparkeerd in een ziekenhuisbed. Als ze mij ziet, slaat ze haar klauwen in mij als ware ik een anker en is het snuffen binnen vijf minuten voorbij. Wat is er gebeurd vraag ik haar, ik ben denk ik gevallen, maar ik weet niet waar of wanneer. Kijk dat is nou het façade gedrag van Alzheimer, ik lig in het ziekenhuis en wat zou het meest voor de hand liggende zijn dat me overkomen is ? Vallen, want dat doen we vaker.

Vallend
De weken na de wegtrekker valt mijn moeder herhaaldelijk, score: 1 keer thuisgebracht door de broeders van de ambu, 1 keer zelf thuisgekomen en 1 keer (voor de zoveelste keer) door de ambu naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis gebracht. Indrukwekkend. Schade: blauwe lip, blauw oog - schrammen - wederom een blauw oog en al die keren tegen alle statistieken in helemaal niets gebroken. De laatste keer moet ik wel een taxi voor haar regelen, want ze mag van de dienstdoende arts niet zonder begeleiding naar huis. Een van haar buurvrouwen, waar je volgens mijn moeder niets aan hebt, vangt haar op, schenkt haar T en brengt haar na een uur lang geklaag aangehoord te hebben naar huis. De participatiemaatschappij in optima forma.

Chickies
Omdat ik onze huidige kippen veel te luidruchtig vind, leg ik tien eieren onder de eerste de beste broedse kip. Uitkomst: nul, zip, zero - helemaal niks. Omdat hubby G wil weten of er kwartels uit supermarkteieren kunnen komen geven we de beide krielen zes kwarteleieren. Uiteindelijk komen er twee eieren uit, het ene kuiken is dezelfde avond spoorloos verdwenen en het andere kuiken geeft twee dagen later de pijp aan Maarten. Ik voel me na alle gebeurtenissen en avonturen met mijn moeder (er is altijd meer) zo murw dat ik denk dan maar geen kuikens. 

Opkrabbelen
En het kan altijd erger. Onze jager eet opeens niet meer, maar in eerste instantie denk ik dat hij ergens een paar konijnen of muizen op voorraad heeft. Na een week dat aanzien, word ik argwanend en zo volgt een week van dokteren en na een week van dokteren valt het doek. En hoe lang kun je keihard janken zonder daar totaal ziek en gek van in je kop te worden. Niet zo heel lang, dus ik ga pogen op te krabbelen en goh de vorige keer hielp schrijven heel goed. Dus ook maar weer krabbelen op het elektronische papier.
 

Geen opmerkingen: