zaterdag 20 augustus 2016

Indikken

Wat er gebeurt nadat je een ingedikt verhaal over de appelflauwte van je moeder schrijft ? Een heleboel, kun je dat ook indikken ? Op maandag een telefoongesprek met de vervangend huisarts, op woensdag een bericht op je antwoordapparaat dat je moeder op de dagopvang een flauwte heeft, de dag erna een gesprek met iemand van de dagopvang. Op zaterdag een gesprek met een ziekenhuisarts, omdat ze weer gevallen en naar het ziekenhuis getransporteerd is. Het is om moedeloos van te worden, zo kan het toch niet door gaan denk je bij jezelf.

Doorpakken
Dus op maandag bel ik weer met de praktijk, de eigen huisarts is er niet - dus ik heb keuze - ik kies voor de aio (arts in opleiding). Met wat ik hem over de telefoon kan vertellen kunnen we eigenlijk niet veel, we besluiten tot bloedprikken als een eerste stap. Diezelfde dag heb ik nog een heel gesprek met de case manager over de zin of onzin van verdere medische onderzoeken. Mijn insteek is dat de diagnose "waarschijnlijk hartritmestoornissen" niet bewezen is en dus zet ik door. Op donderdag belt de aio, hij is bij mijn moeder - want wederom een flauwte en de buurvrouw heeft haar thuisgebracht. We overleggen, ik kom morgen voor het bloedprikken vertel ik hem - ja zegt hij, wil je ook een plas inleveren ? Prima.

Excursie
Voor ik naar mijn moeder ga, haal ik bij de praktijk een potje, daarna ga ik naar mijn moeder. Als ik bij mijn moeder aankom zit ze aangekleed en wel te huilen in een stoel, opbeurend is anders. Dementie is apart, ik moet praten als Brugman om haar zo ver te krijgen dat ze naar het toilet gaat, maar ik hoef haar niet uit te leggen hoe in dat potje te plassen. Ik maak een ontbijt voor haar klaar, verschoon het bed en doe de was in de machine - dan gaan we op pad.

Steen
Onderweg probeer ik uit te vinden wat ze voelt of wat ze niet voelt - ze kan het niet onder woorden brengen. Je kunt net zo goed met een steen praten. Als we het potje bij de assistente inleveren vraagt die waar het voor is, mijn moeder zakt door haar knieĆ«n en ik zeg daarvoor. Ik kan nergens een rolstoel vinden, dus ik charter een sterke arm uit de wachtkamer en met de deugd in het midden komen we bij de bloedprikbalie aan. Mijn moeder is gelaten, maar geeft netjes antwoord op de controle vragen. Vier buisjes bloed later wandelen we heel voorzichtig nog iets verder naar de dagopvang, we worden beide voorzien van koffie en ik kijk vanaf een afstandje toe.

Klein
Mijn moeder is heel stil, ik twijfel of ik haar naar huis zal brengen, maar de dames zeggen laat haar maar hier. Ik neem afscheid en ga huiswaarts, nog onderweg wordt ik gebeld - de aio. Nou hij weet het hoor, wat dan ? Uw moeder heeft een urineweginfectie en dat past bij de symptomen - het stil worden noemt hij een klein delier. Hij zegt een kuur, ik zeg dement, hij zegt er zijn andere mogelijkheden en zo zorgt hij dat mijn moeder terwijl ze nog bij de dagopvang is, een 1-shot antibiotica medicijn krijgt.
 

Geen opmerkingen: